Het MINCE model voor organisatievolwassenheid is gebaseerd op de menselijke maat: wat de medewerkers van de organisatie, de klanten van de organisatie en de andere belanghebbende doen, bepaalt in belangrijke mate de volwassenheid.
De vier stappen, waarmee het MINCE organisatievolwassenheidsmodel in de praktijk wordt gebracht, zijn overzichtelijk:
1 – De volwassenheid kan worden gemeten met behulp van één van de drie ontwikkelde werkwijzen.
2 – Zodra de meting is voltooid, kan over de resultaten volgens een beschikbare standaard worden gerapporteerd.
3 – Op basis van het rapport, wordt door de organisatie gekozen voor acceptatie van de status quo, ofwel voor verbeteringen.
4 – Deze verbeteringen worden desgewenst aangeduid overeenkomstig de beschikbare set met action flavors. Deze action flavors zijn algemeen. Ze worden op maat toegesneden tot interventies ten behoeve van de organisatie waarop ze toegepast zullen worden.
Eenmaal op weg met de interventies wordt doorgaans periodiek opnieuw de volwassenheid gemeten en herhaalt dit eenvoudige proces zich vanaf de bovenstaande stap 1.
Niet naar wens functionerende interventies worden gestaakt of bijgestuurd. Boven verwachting bijdragende interventies worden uit de aard der zaak zoveel mogelijk versterkt en herhaald waar dat kan.